16 maart 2016
Advocaat-Generaal Hof van Justitie EU – uitspraak

1.
De A-G acht op het aanbieden van gratis wifi de Richtlijn electronische handel van toepassing aangezien dit gezien kan worden als nevenactiviteit bij een economische hoofdactiviteit.

2.
Volgens de A-G verzet de Richtlijn zich tegen aansprakelijkheid van tussenpersonen.

3.
Wel kan volgens de A-G een verbod worden opgelegd indien dat:

  • doeltreffend, evenredig en afschrikkend is
  • erop gericht is een specifieke inbreuk te beëindigen of te voorkomen
  • geen algemene toezichtverplichting inhoudt
  • er een juist evenwicht wordt bewaard tussen de betrokken grondrechten (intellectuele-eigendomsrechten en vrijheid van ondernemerschap).