Een metaalbedrijf uit Hoogeveen probeerde een werknemer een te lage transitievergoeding te geven en werd teruggefloten door de kantonrechter.

5 juli 2016
Rechtbank Noord-Nederland – uitspraak

In de Toelichting bij onderdeel a van artikel 24 lid 2 Ontslagregeling staat onder meer het volgende vermeld: “(…) In de eerste plaats (onderdeel a) moet worden aangetoond dat over de drie voorafgaande boekjaren het netto resultaat van de onderneming van de werkgever kleiner is geweest dan nul. Het gaat dan om de boekjaren gelegen voor het boekjaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit de enkelvoudige jaarrekeningen over de afgelopen drie boekjaren en de winst- en verliesrekening.”. Deze toelichting in acht nemende, leidt een grammaticale uitleg van artikel 24 lid 2 sub a Ontslagregeling er naar het oordeel van de kantonrechter toe dat er dient te worden gekeken naar het netto resultaat van de onderneming over de drie afzonderlijke boekjaren gelegen voor het boekjaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt en dient dit niet als totaal te worden bekeken. Hoewel de letterlijke tekst wellicht voor meerdere uitleg vatbaar is, neigt de wettekst en de daarbij behorende toelichting naar het oordeel van de kantonrechter naar deze uitleg in plaats van de door [verweerder] betoogde uitleg dat er dient te worden gekeken naar het totale netto resultaat. In de wettekst en toelichting zijn daarvoor naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende aanknopingspunten te vinden. De kantonrechter acht hierbij van belang dat het in de accountancy sector ongebruikelijk is om netto resultaten te salderen zodat de door [verweerder] betoogde uitleg tevens zou leiden tot een onaannemelijke uitkomst, zoals ook door [verzoeker] ter zitting opgemerkt.