10-7-2018
Hof Den Bosch – uitspraak

6.7 Met de grieven 1 tot en met 6 komt de curator op tegen de beslissing van de kantonrechter om hem niet tot bewijslevering toe te laten, hoewel de curator in eerste aanleg wel bewijs van zijn stellingen heeft aangeboden. Deze grieven slagen. Artikel 13 van de algemene voorwaarden (productie 4 bij inleidende dagvaarding) bepaalt in lid 3 dat bij gebreke van een schriftelijke meerwerkopdracht, zoals hier aan de orde, de bewijslast rust op degene die de aanspraak op betaling maakt. Dat is in dit geval de curator. Ook uit artikel 150 Rv volgt dat op de curator de bewijslast rust. In de inleidende dagvaarding heeft de curator een expliciet bewijsaanbod gedaan. Dat aanbod had de kantonrechter niet mogen passeren op de enkele grond dat de curator in eerste aanleg geen schriftelijke getuigenverklaringen in het geding heeft gebracht. Het hof zal de curator in het hierna volgende alsnog tot bewijslevering toelaten.