Inleiding

Om te bepalen welke regels er gelden, moet de hoedanigheid van partijen worden vastgesteld. Denk hierbij aan:

  1. bedrijf > consument (b2c)
  2. bedrijf > bedrijf (b2b)
  3. consument > bedrijf (c2b)

Geen incassokosten verschuldigd indien:

  • De schuldenaar van begin af aan stellig aangeeft het pertinent niet eens te zijn met de vordering. Het maken van incassokosten middels het sturen van herinneringen, aanmaningen en sommaties is dan zinloos. De schuldeiser moet dan dagvaarden.
  • De schuldeiser de vordering kan verrekenen met een bedrag dat hij nog aan de schuldenaar moet betalen.
  • De schuldeiser de vordering mee had kunnen nemen in een eerdere procedure omdat de vordering toen al opeisbaar was.

Incassokosten bij een consument

Indien de schuldenaar een consument (of kleine ondernemer) betreft, moet deze na het intreden van het verzuim nog een aanmaning worden gestuurd. Hierin moet een termijn van 14 dagen na de dag van ontvangst worden gegund waarbinnen de consument alsnog kan betalen zonder incassokosten verschuldigd te zijn.

De aanmaning kan pas worden verstuurd als de consument in verzuim is. Om het verzuim te laten intreden moet de consument hiervoor in gebreke worden gesteld. De ingebrekestelling en de aanmaning mogen niet in 1 brief worden gecombineerd (Rapport BGK 2013, p. 13).

Schuldeisers dienen erop bedacht te zijn dat een aanmaning per post enige tijd onderweg kan zijn, zéker bij aangetekende verzending. Die wordt bij mislukte bezorgpogingen soms pas 2 na weken afgehaald door de consument. Bij een te korte termijnstelling is de consument geen incassokosten verschuldigd (Hoge Raad 25-11-2016).

In deze aanmaning dienen de maximale incassokosten te worden vermeld. Wanneer te veel incassokosten worden gevorderd zijn in het geheel geen incassokosten verschuldigd, zelfs indien men bij de rechter wél het juiste bedrag aan incassokosten vordert (Rapport BGK 2013, p. 13).

Incassokosten of proceskosten? (Van kleur verschieten)

Artikel 241 Rv:

Ter zake van verrichtingen waarvoor de in de artikelen 237 tot en met 240 bedoelde kosten een vergoeding plegen in te sluiten, zoals die ter voorbereiding van gedingstukken en ter instructie van de zaak, kan jegens de wederpartij geen vergoeding op grond van artikel 96, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek worden toegekend, maar zijn alleen de regels betreffende proceskosten van toepassing. Dit artikel is niet van toepassing ter zake van kosten als bedoeld in artikel 96, vijfde lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

Nota n.a.v. Verslag (25-1-2011) (kst 32418, 5)

In het wetsvoorstel is geregeld dat voor vorderingen tot € 25 000 waarvoor in de amvb de maximale incassokosten zijn gegeven, de incassokosten niet meer van kleur verschieten.

Schuldenaar betaalt vóór het verschuldigd worden van incassokosten gedeeltelijk de vordering

Indien de consument vóórdat hij incassokosten verschuldigd is slechts een gedeelte van de hoofdsom voldoet, dan is hij slechts incassokosten verschuldigd over het deel dat hij nog niet betaald heeft (Hoge Raad 25-11-2016).

Incassokosten zijn verschuldigd, maar men betaalt enkel de hoofdsom

Wanneer vaststaat dat de schuldenaar incassokosten verschuldigd is, maar toch enkel de hoofdsom voldoet, geldt o.g.v. 6:44 BW dat de betaling éérst van de kosten en de rente afgaat, en daarna pas van de hoofdsom. Buitengerechtelijke Incassokosten vallen onder het begrip ‘kosten’ (Hoge Raad 1-7-2015). Het resultaat is dat er een deel van de hoofdsom open blijft staan, ’toevallig’ even groot als de incassokosten.

Indien enkel een bedrag openstaat ter hoogte van de incassokosten dient na de veertiendagenbrief nog een vervolgstap te worden gezet voordat deze bij de rechter gevorderd kunnen worden (rechtbank Overijssel 2-6-2015).


Voorheen vonden rechters dat er beduidend meer handelingen dienden te worden verricht:

Rechtbank Gelderland 11 juni 2014 – uitspraak:

Agterberg stelt dat zij buitengerechtelijke kosten heeft moeten maken. Fytodak heeft deze vordering gemotiveerd betwist. Agterberg vordert een bedrag dat is gebaseerd op het bepaalde in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De onderhavige vorderingen hebben echter geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit van toepassing is. De rechtbank zal de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom toetsen aan de eisen voor dergelijke vorderingen zoals deze zijn geformuleerd in het Rapport BGK-integraal. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen. Gesteld noch gebleken is dat sprake is van incassohandelingen die meer omvatten dan het verzenden van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De gevorderde kosten moeten daarom worden aangemerkt als kosten ter voorbereiding van de procedure. Deze zijn onderdeel van de proceskosten, waarover een aparte beslissing wordt genomen.

Rechtbank Amsterdam in juni 2013 – uitspraak:

3.9 […] De vordering terzake de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, aangezien niet is komen vast te staan dat deze kosten zijn gemaakt, althans nu er door de gemachtigde van [eiser] over twee aanmaningen wordt gerept, wordt ervan uitgegaan dat deze kosten deel uitmaken van de in het kader van deze procedure toe te wijzen proceskosten.

Rechtbank Leewarden (kanton) in 2012 (vóór 1 juli) – uitspraak:

Voor die beoordeling hanteert de kantonrechter het uitgangspunt dat er door de incassogemachtigde méér werkzaamheden moeten zijn verricht dan het verzenden van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.

Links