13 mei 2015
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State – uitspraak

2.1. In het Wob-verzoek heeft [appellant] onder meer om openbaarmaking verzocht van het brondocument dat ten grondslag ligt aan de boete die het openbaar ministerie op 2 april 2013 aan hem heeft opgelegd wegens een bij registercontrole gebleken overtreding van artikel 30 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (hierna: de Wam). In het besluit van 12 augustus 2013 heeft de RDW zich op het standpunt gesteld dat een dergelijk document moet worden samengesteld en dus niet bestaat.

2.2. In het verweerschrift in hoger beroep heeft de RDW te kennen gegeven dat het brondocument een bestaand digitaal bestand is waarin gegevens, afkomstig uit verschillende registers, zijn samengebracht van alle motorrijtuigen waarvoor, ten tijde van de desbetreffende registercontrole, niet is voldaan aan de ingevolge artikel 30 van de Wam of artikel 72 van de Wegenverkeerswet 1994 geldende verplichtingen (hierna: het bestand). Voorts heeft de RDW daarin te kennen gegeven dat een document waarin alleen de in het bestand vervatte gegevens over het motorrijtuig waarop voormelde boete betrekking heeft (hierna: het motorrijtuig), zijn samengebracht, niet bestaat. Ter zitting bij de Afdeling heeft de RDW te kennen gegeven dat het bestand kan worden uitgeprint en dat bij lezing ervan duidelijk is welke gegevens bij welk motorrijtuig horen.

2.3. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 21 december 2011 in zaak nr. 201101743/1/H3) zijn elektronisch vastgelegde gegevens documenten in de zin van artikel 1, aanhef en onder a, van de Wob, waarop artikel 3 van de Wob van toepassing is.

2.4. Gezien hetgeen de RDW in hoger beroep over het bestand te kennen heeft gegeven, is het bestand een document waarop artikel 3 van de Wob van toepassing is. De omstandigheid dat in het bestand gegevens over een grote hoeveelheid motorrijtuigen zijn vervat noch de omstandigheid dat geen document bestaat waarin alleen de in het bestand vervatte gegevens over het motorrijtuig zijn samengebracht, doet hieraan af. Nu voorts niet in geschil is dat het bestand ten tijde van de indiening van het Wob-verzoek bij de RDW berustte, heeft de rechtbank de mededeling van de RDW dat het brondocument niet bestaat ten onrechte aannemelijk geacht.

Het bestand kan worden uitgeprint en elektronisch vastgelegde gegevens zijn ‘documenten’ ex art. 1 Wob.

Annotatie prof. Overkleeft-Verburg

Ontbreken garingsplicht vs. verzoek inzage meeromvattend digitaal bestand