Bij de kantonrechter kan men o.a. met vorderingen tot € 25.000 terecht zonder dat men daarvoor een advocaat nodig heeft. In dat licht kan het interessant lijken door een vordering te splitsen en domweg 2x bij de kantonrechter te procederen. Hier trapt men echter niet in:

Als u hard kunt maken dat u de vordering met een andere intentie heeft overgedragen dan het ontwijken van de bevoegdheidsregels – en de hoogte van uw vordering wordt daardoor minder dan € 25.000,= – dan kan het geding wél aanhangig worden gemaakt bij de kantonrechter. Zo heeft de HR in 1960 overwogen.

Een vordering cederen met de door u genoemde intentie wordt echter duidelijk niet geaccepteerd. Dit heeft de Hoge Raad in 1981 overwogen en die rechtspraak is nog steeds actueel. Hierdoor zou het ook wel zeer eenvoudig zijn om de bevoegdheidsregels van de kantonrechter te omzeilen.

Bron: Patrick van der Weide op rechtswinkel.nl