A heeft een vordering op P. Als zekerheid hiervoor verpand P haar vordering op M aan A.

P heeft een vordering op M. Als zekerheid hiervoor verpand M haar vordering op L aan P.

Vraag: mag A bij het uitwinnen van haar (A’s) pandrecht inzake de vordering van P op M, ook het pandrecht van P op de vordering van M op L uitwinnen?

Rechtbank Limburg zegt ja.

Hof Den Bosch zegt nee omdat er (materieel) sprake zou zijn van herverpanding, waarvoor toestemming nodig is van M, welke ontbreekt.

De Hoge Raad oordeelt dat van herverpanding geen sprake is.

3.6 Die vraag moet bevestigend worden beantwoord. Het is in overeenstemming met het in art. 477 Rv. in verbinding met art. 477a Rv. neergelegde wettelijke systeem, waarin aan de derdenbeslaglegger de bevoegdheid toekomt zijn vordering op de beslagdebiteur te verhalen door inning van de vordering van de beslagdebiteur op de derde-beslagene, dat de derdenbeslaglegger wiens beslag een vordering onder hypothecair verband heeft getroffen, profiteert van de aan de beslagen vordering verbonden hypothecaire voorrang boven andere schuldeisers die verhaal zoeken op het hypothecair verbonden registergoed. Een andere opvatting zou aan het derdenbeslag het niet te rechtvaardigen effect verlenen dat de overige schuldeisers van de derde-beslagene bij de verdeling van de opbrengst van het verhypothekeerde registergoed door dat beslag zouden worden bevoordeeld, terwijl degene ten laste van wie dat beslag gelegd is gedupeerd zou worden door het verval van de aan de beslagen vordering verbonden voorrang.

Zie ook openaccessadvocate