1979
Hoge Raad (Schaep met de 5 Pooten)

van een redelijk belang ook sprake [kan] zijn, wanneer de populariteit van geportretteerden, verworven in de uitoefening van hun beroep, van dien aard is, dat een commerciële exploitatie van die populariteit door enigerlei wijze van openbaarmaking van hun portretten mogelijk wordt. Het belang van de geportretteerden om dan in de voordelen van zulke exploitatie mee te kunnen delen door de openbaarmaking van hun portretten voor commerciële doeleinden niet te hoeven toelaten zonder daarvoor vergoeding te ontvangen, is een redelijk belang in de zin van art. 21.

1 juli 1988
Hoge Raad (Vondelpark)

Een zedelijk belang is een ‘redelijk belang’ idzv art. 21 Aw.

2 mei 1997
Hoge Raad (Disco-danser) – uitspraak

De opname van een portret in een reclame voor een produkt of dienst heeft immers tot gevolg dat de geportretteerde door het publiek geassocieerd zal worden met dat produkt of die dienst, waarbij het publiek in het algemeen – en doorgaans terecht – ervan uit zal gaan dat het gebruik van het portret niet zal zijn geschied zonder toestemming van de geportretteerde en de opname van het portret in de reclame-uiting zal opvatten als een blijk van publieke ondersteuning van het produkt of de dienst door de geportretteerde. Op deze gronden is het op een dergelijke wijze gebruiken van een portret in beginsel aan te merken als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de geportretteerde.

2 mei 2003
Hoge Raad (Pieter Storms) – uitspraak

Zij miskent immers dat het geheel of gedeeltelijk onherkenbaar maken van het gelaat van een afgebeelde persoon niet eraan in de weg behoeft te staan dat sprake is van een portret in de zin van art. 21 Aw., nu ook uit hetgeen de afbeelding overigens toont, de identiteit van die persoon kan blijken, en dat derhalve openbaarmaking van een dergelijke afbeelding op de voet van deze bepaling kan worden verboden (vgl. HR 30 oktober 1987, nr. 13269, NJ 1988, 277). Hierbij verdient nog opmerking dat door het afblokken of anderszins onherkenbaar maken van het gelaat het onrechtmatige karakter van de uitzending in het kader van het onderhavige programma niet wordt weggenomen, maar eerder wordt geaccentueerd, aangezien bij het grote publiek immers allicht de indruk zal ontstaan dat een aldus afgebeelde persoon als verdachte, zo niet als schuldige moet worden aangemerkt.

19 juni 2008
Rechtbank Amsterdam – kort geding – uitspraak

4.4. In beginsel is sprake van een redelijk belang van de geportretteerde om zich tegen de openbaarmaking van zijn portret te verzetten, indien deze openbaarmaking inbreuk maakt op zijn recht op privacy. Of van een dergelijke inbreuk sprake is, hangt af van de omstandigheden van het geval, met name van de aard en de mate van intimiteit waarin de geportretteerde is afgebeeld, terwijl ook het karakter van de foto en de context van de publicatie van belang kunnen zijn.

4.5. De foto van [eiseres] is op zich zelf een onschuldige foto die op geen enkele wijze compromitterend of aanstootgevend is. [eiseres] is op de foto gekleed in sportuitrusting. Van naakt of ‘niets verhullende kleding’ is geen sprake. Verder is de foto (eenmalig) genomen in de openbaarheid zonder dat zij het gemerkt heeft. Dat zij dan ook in een situatie verkeert, zoals bekende personen die veelvuldig ongewild worden gefotografeerd, die de wens rechtvaardigt met rust gelaten te worden wordt niet aannemelijk geacht. Het kan zo zijn dat [eiseres] niet graag gefotografeerd wordt, maar dat is onvoldoende om een redelijk belang aan te nemen.

Verder is de wijze van openbaarmaking van de foto van belang. Hollandse Hoogte heeft de foto op haar website met 3,5 miljoen foto’s geplaatst in een klein formaat en onder de categorie ‘editorial use’. De context waarin Hollandse Hoogte de foto heeft geplaatst maakt het voorgaande dan ook niet anders. Hollandse Hoogte kan er overigens niet verantwoordelijk voor worden gehouden dat afnemers van de foto de foto mogelijk in een diskwalificerende context plaatsen.

Ten slotte heeft [eiseres] gesteld dat zij het recht om haar portret voor commerciële doeleinden te gebruiken zelf wenst te hebben. In dit verband is van belang, zoals Hollandse Hoogte heeft bepleit, dat het Hollandse Hoogte uitsluitend gaat om de afbeelding van een sportieve moeder met Mp-3 speler en niet om het portret van [eiseres]. [eiseres] is immers geen bekende Nederlander, model of sporter die haar portret commercieel kan exploiteren. Daarbij komt nog dat er geen enkele aanleiding bestaat om aan te nemen dat [eiseres] van plan is haar portret voor commerciële doeleinden te gaan gebruiken. In tegendeel, [eiseres] heeft zelf verklaard dat zij zichzelf niet graag op foto’s ziet.

4.6. Op grond van de hiervoor geschetste omstandigheden wordt geoordeeld dat het recht op privacy van [eiseres] niet zodanig is geschonden dat het recht op openbaarmaking van de foto door Hollandse Hoogte daarvoor moet wijken. [eiseres] heeft dan ook geen redelijk belang zich tegen de openbaarmaking te verzetten. De vorderingen van [eiseres] zijn dan ook niet toewijsbaar.

27 januari 2009
Hof Amsterdam – kort geding – uitspraak

4.3 Het hof overweegt voorts het volgende. Het is op zichzelf begrijpelijk dat X – op grond van haar persoonlijke keuzes – bezwaar heeft tegen publicatie van de foto als hier aan de orde. In het midden kan blijven of dit – in dit geval – een redelijk belang oplevert op grond waarvan zij zich op de voet van artikel 21 Auteurswet 1912 tegen (verdere) openbaarmaking kan verzetten. Haar belang weegt hier naar het voorlopig oordeel van het hof niet op tegen het door Hollandse Hoogte ingeroepen belang op informatievoorziening. Het hof licht dit toe.

Het belang van de informatievoorziening brengt mee dat berichtgeving zoals hier aan de orde moet kunnen worden voorzien van illustratiemateriaal, zoals foto’s van de werkelijkheid. Het is daarbij onvermijdelijk dat foto’s van toevallige passanten worden gepubliceerd. De foto waar het in dit geding om gaat, is neutraal. Ook kan – objectief gezien – niet worden gezegd dat de foto op enigerlei wijze compromitterend of diskwalificerend is of een zodanig effect heeft.

De foto is slechts geëxploiteerd door deze in licentie te koop aan te bieden voor – zoals Hollandse Hoogte het formuleert – redactionele doeleinden. De foto en de wijze waarop deze op de website en vervolgens in de Consumentengids is gepubliceerd hebben ook niet de strekking tot aanbeveling van enig product of dienst. Dat voor de licentie (mede ten behoeve van de maker van de foto) wordt betaald, maakt dit niet anders. Dit een en ander betekent dat de inbreuk op het recht van X op eerbiediging van haar persoonlijke levenssfeer in ieder geval niet zo ernstig is dat voormeld belang van de informatievoorziening daarvoor moet wijken. […]

2009
Dick van Engelen – portretrecht als vermogensrecht

Art. 21 Aw verschaft enkel vorderingsrechten op auteursrechthebbenden en niet op adverteerders (Teddy Scholten) of uitgever (Schaep). Rechter gebruikte ‘redelijk belang’ als kapstok voor

7 februari 2012
EHRM (Hannover II) – uitspraak

96. Regarding photos, the Court has stated that a person’s image constitutes one of the chief attributes of his or her personality, as it reveals the person’s unique characteristics and distinguishes the person from his or her peers. The right to the protection of one’s image is thus one of the essential components of personal development. It mainly presupposes the individual’s right to control the use of that image, including the right to refuse publication thereof (see Reklos and Davourlis v. Greece, cited above, § 40).

15 mei 2012
Gerechtshof Amsterdam – uitspraak

Foto van zwaarlijvige getatoeëerde man op openbare weg wordt gepubliceerd in boek met confronterend tijdsbeeld en negatieve teneur (‘Platter & dikker’). De achterkant van het boek leest:

Wat is er mis in Nederland? De nieuwe rijken etaleren als nooit tevoren hun bezittingen, obesitas is de nieuwe volksziekte en agressie en geweld zijn normale aspecten van het dagelijks leven.

‘De nieuwe mens is overal. Hij is dikker. Hij praat harder en vlugger maar niet duidelijker. Hij steekt zijn middelvinger op, hij is eerder bereid een medemens uit te schelden, op zijn gezicht te slaan. Hij zal iedereen laten weten dat hij hier op aarde is. Respect!’

In een dubbelessay nemen journalist H.J.A. Hofland en fotograaf Roel Visser de excessen van de welvaart onder de loep. Hofland schetst de contouren van de Nieuwe Mens die sinds een halve eeuw in de westerse samenleving tot ontwikkeling is gekomen. Zijn constateringen stemmen niet vrolijk. Roel Visser ging met zijn Leica naar voetbalvelden, snackbars, eerstehulpposten, Miljonair Fairs en strandtenten, en maakte verontrustende foto’s.
Platter & dikker is een confronterend boek over heb- en vraatzucht, over hufterigheid, agressie, consumentisme en exhibitionisme.

Het Hof staat deze gang van zaken toe. Lees!

14 juni 2013
Hoge Raad (Cruijff/Tirion) – uitspraak

Juist bij de personen die door hun beroepsuitoefening bekendheid genieten, kunnen commerciële belangen gemoeid zijn bij de openbaarmaking van hun portret. Ook dergelijke belangen vinden onder art. 8 EVRM bescherming en kunnen worden betrokken in de afweging tegen het onder art. 10 EVRM beschermde recht op vrijheid van meningsuiting en informatievrijheid. Welk gewicht aan het door de geportretteerde gestelde commerciële belang in een gegeven geval toekomt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Is bij een geportretteerde met verzilverbare populariteit enkel sprake van een zodanig belang en is geen sprake van omstandigheden die rechtvaardigen om aan dat belang voorbij te gaan, dan kan bij de beoordeling een belangrijke rol spelen of een redelijke vergoeding is aangeboden. Wat in dit verband als een redelijke vergoeding heeft te gelden, zal moeten worden vastgesteld aan de hand van de omstandigheden van het geval.

12 november 2013
Rechtbank Midden-Nederland – uitspraak

4.3 Voor het antwoord op de vraag welk recht – het recht op vrije meningsuiting of het recht op privacy – zwaarder weegt, moeten de wederzijdse belangen worden afgewogen. Welke van deze belangen, die in beginsel gelijkwaardig zijn, de doorslag behoort te geven hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Op grond van vaste jurisprudentie dient eenzelfde belangenafweging te worden gemaakt indien een beroep wordt gedaan op het portretrecht van artikel 21 Aw (HR 5 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9230).