Stel je werkt als werknemer al maanden of jaren een x aantal uren in de week. Dan komt je werkgever ineens met de mededeling dat je voortaan minder uren gaat werken en minder wordt ingeroosterd. Kan dat zomaar?

Gelukkig is er artikel 7:610b BW:
Indien een arbeidsovereenkomst ten minste drie maanden heeft geduurd, wordt de bedongen arbeid in enige maand vermoed een omvang te hebben gelijk aan de gemiddelde omvang van de arbeid per maand in de drie voorafgaande maanden.

Vooral bij nul-uren-contracten levert dit artikel soms een aardige verrassing op voor werkgevers. “Maar ik mag die jongen toch gewoon niet meer oproepen?”

Hieronder enkele uitspraken ter illustratie hoe dit artikel in de praktijk wordt uitgelegd.

21 juli 2015
Rechtbank Noord-Nederland – uitspraak

4.4 De kantonrechter oordeelt als volgt. Wanneer een arbeidsverhouding ten minste drie maanden heeft geduurd, kan art. 7:610b BW houvast bieden in situaties waarin de omvang niet of niet eenduidig is overeengekomen, alsmede in situaties waarin de feitelijke omvang van de arbeid zich structureel op een hoger niveau bevindt dan de oorspronkelijk overeengekomen arbeidsduur. In onderhavig geval is een arbeidsduur tussen de 8 en 173 uur per maand overeengekomen. Het enkele feit dat er een groot verschil zit tussen het minimum en het maximum aantal uren per maand, leidt op zichzelf niet tot de conclusie dat de arbeidsduur niet eenduidig is vastgesteld. Indien een werknemer echter over een langere periode structureel (veel) meer wordt ingezet dan het minimum, kan goed werkgeverschap, in samenhang met het rechtsvermoeden van art. 7:610b BW, met zich brengen dat de omvang van het overeengekomen minimumaantal uren moet worden verhoogd. De kantonrechter is van oordeel dat deze situatie zich in onderhavig geval niet voordoet, omdat [eiser] niet structureel, maar slechts in de eerste maand van de arbeidsovereenkomst voor meer uren dan het minimum is ingezet. In de maanden oktober en november 2014 heeft [eiser] steeds de minimale acht uur gewerkt. De kantonrechter zal daarom de arbeidsduur over de maanden oktober, november en december 2014 bepalen op het minimum van acht uur, nu niet is gebleken dat [eiser] meer uren heeft gewerkt.