Een man was met zijn drone aan het vliegen boven zijn boerderij, waarop hij deze opeens uit de lucht zag vallen. Bij het terugkijken van de beelden zag hij dat zijn buurjongen met een luchtdrukgeweer op zijn drone had geschoten.

Aangezien een drone gemiddeld best prijzig is, deed de man aangifte van vernieling. Hierop werd de jongen verhoord door de politie en bekende. De aanwezige vader vertelde dat hij al langer met de buurman in onmin leefde en vond dat de drone zijn privacy schond.

Ondanks het feit dat het misdrijf vaststond, seponeerde het OM de zaak!?

Volkomen terecht stuurde de man een klachtschrift (ex art. 12 Sv) naar het Hof Arnhem om het OM te dwingen tot vervolging. Logischerwijs achtte het Hof voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig om tot een bewezenverklaring te komen. Echter, het hof was van oordeel dat de man het conflict ‘enigszins heeft opgezocht’ door met zijn drone boven de tuin van de buren te vliegen en verklaarde het beklag ongegrond!?

Het OM en het Hof geven met dit oordeel m.i. een zeer verkeerd signaal naar de samenleving. Eigenlijk wordt men het recht gegeven bij de minste of geringste hinder eigenhandig de (prijzige) eigendommen van de ander te slopen. Chapeau!

Bron: Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart