Het fiducia-verbod (te weten: fiducia cum creditore).

Artikel 3:84 lid 3 BW leest als volgt:

Een rechtshandeling die ten doel heeft een goed over te dragen tot zekerheid of die de strekking mist het goed na de overdracht in het vermogen van de verkrijger te doen vallen, is geen geldige titel van overdracht van dat goed.

Het verbod heeft 2 kanten, te weten de dogmatische en de pragmatische. Hierna zal zoveel mogelijk chronologisch worden ingegaan op het fiducia-verbod.

De Hoge Raad stelt pas in 1995 (Sogelease) dat het voor de hand ligt “op de overdracht tot zekerheid voor het overige zo veel mogelijk de voor het pandrecht geldende bepalingen van overeenkomstige toepassing te achten.”

De Hoge Raad heeft onder vigeur van het OBW nimmer arrest gewezen waar expliciet uit volgde dat de zekerheidseigenaar overwaarde moest uitkeren. [AA20200169]

Hoge Raad 1929

Een caféhouder draagt z’n gehele inventaris in eigendom over aan een brouwerij. Dit omdat het pandrecht geen uitkomst biedt (te weten dat de (destijds geldende) wet het ‘onbestaanbaar’ acht dat zaken in de macht van de pandgever blijven). Partijen besluiten daarom de inventaris in geheel over te dragen aan de bank tot zekerheid van het verleend krediet. Denk hierbij Constitutum Possessorium (gelijk het huidige 3:115 sub 1 BW).

dat… de strekking der overeenkomst, datgene wat partijen beoogen door haar te bewerken, hierin bestaat, dat de inventaris van Bos zou strekken tot zekerheid van de door dezen aangegane geldlening en hiermede de oorzaak der gesloten overeenkomst is vastgesteld; dat die oorzaak echter met ongeoorloofd is;
dat zij toch niet rechtstreeks in strijd is noch met de wettelijke voorschriften omt­rent pandrecht, noch met die betreffende de gelijkgerechtigdheid der schuldeischers, met met die omtrent pandrecht, omdat ten deze geene pandovereenkomst is aangegaan en niet met de voorschriften omtrent de gelijkgerechtigdheid de schuldeischers, omdat die voorschriften slechts werking hebben met betrekking tot de roerende en onroerende goederen van den schuldenaar en het hier met een goed van den schuldenaar betreft,
dat ook eene ongeoorloofde wetsontduiking ten deze niet is aan te nemen15, dat hier immers niet op onzedelijke wijze doeleinden worden verijdeld, die de wet nastreeft en aan de werking der wet wordt onttrokken een toestand, dien zij met gewild heeft;
……
dat voorts strijd met de goede zeden hier niet aanwezig is,
dat toch vaststaat, dat de geldleening … tusschen partijen is aangegaan en te zelfder tijd … de onderhavige overeenkomst tot nadere zekerstelling der leen-schuld, tusschen haar gesloten is, terwijl … de pandovereenkomst.. om voor de hand liggende redenen van practischen aard in dit geval voor partijen te eenen male ondoeltreffend en dus uitgesloten was,

Vanaf dit arrest was de zekerheidskoop-constructie niet meer noodzakelijk en kon men eenvoudig overeenkomen dat de eigendom wordt overgedragen tot zekerheid. De Hoge Raad heeft dit uitdrukkelijk bevestigd in het arrest Hakkers-Van Tilburg van 21 juni 1929.

Moet het fiduciaire zekerheidsrecht worden aange­merkt als een (buitenwettelijk) beperkt zekerheidsrecht of als een eigen­domsrecht?

Hoge Raad 1981 [niet gepubliceerd]

Zekerheidseigendom is eigendom onder de ontbindende voorwaarde van voldoening van de verzekerde schuld.

[werd de schuld voldaan, dan verging zij met het goederenrechtelijk effect dat zij geen waardevol vermogensobject was voor verkrijgers die niet ook de verzekerde vordering hielden.]

Enkele voorbeeld van de Hoge Raad inzake de beschemings-doctrine]

  1. zekerheidseigenaar dient zich voor verificatie tijdens faill te gedragen als pand- of hypotheekhouder. [Hazerswoude/Los]

Sinds 2017 is de Wet Goederenkrediet in werking getreden waarmee de termen ‘huurkoop’ en ‘koop op afbetaling’ verleden tijd zijn. Zie hiertoe 7.2a.2 (consumentenkrediet), 7.2b (goederenkrediet) afd 1 (roerende zaken, niet-register) 2 (huurkoop onroerende zaken) en 7.2c (geldlening) in het BW.

Uit de toelichting op de strekkingsbepaling (7:84 lid 2 BW) blijkt dat ook een ‘urgerende koopoptie’ onder de nieuwe regeling valt.