Wanneer een werkgever het loon te laat betaald, dan leest de wet vrij eenvoudig.

De keuze om dit recht in te roepen is dat echter allerminst.

Weinig arbeidsrelaties zijn hiertegen bestand.

De wet

Artikel 7:625 BW leest als volgt: (op 5 februari 2015)

  1. Voor zover het in geld vastgesteld loon of het gedeelte dat overblijft na aftrek van hetgeen door de werkgever overeenkomstig artikel 628 mag worden verrekend, en na aftrek van hetgeen waarop derden overeenkomstig artikel 633 rechten doen gelden, niet wordt voldaan uiterlijk de derde werkdag na die waarop ingevolge de artikelen 623 en 624 lid 1 de voldoening had moeten geschieden, heeft de werknemer, indien dit niet-voldoen aan de werkgever is toe te rekenen, aanspraak op een verhoging wegens vertraging. Deze verhoging bedraagt voor de vierde tot en met de achtste werkdag vijf procent per dag en voor elke volgende werkdag een procent, met dien verstande dat de verhoging in geen geval de helft van het verschuldigde te boven zal gaan. Niettemin kan de rechter de verhoging beperken tot zodanig bedrag als hem met het oog op de omstandigheden billijk zal voorkomen.
  2. Van dit artikel kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken.

Door de laatste zin van lid 1, lijkt lid 2 enigszins een loze kreet.

Wettelijke verhoging

De wettelijke verhoging bedraagt voor de vierde tot en met de achtste werkdag na de dag waarop het loon had moeten worden betaald, 5% van het brutoloon voor elke dag. Voor elke werkdag die volgt komt daar 1% bij. De wettelijke verhoging kan nooit meer zijn dan 50% van het loon. Rechtelijke uitspraak De wettelijke verhoging is bedoeld als prikkel voor de werkgever om het loon op tijd te betalen. Indien de werkgever het loon te laat betaalt dan kan de werknemer de werkgever erop wijzen dat hij de wettelijke verhoging en de wettelijke rente verschuldigd is. De werkgever zal doorgaans niet direct de wettelijke verhoging vrijwillig betalen. Pas als de werknemer een loonvorderingsporcedure start omdat de loonbetaling uitblijft kan hij ook bij de rechter betaling van de wettelijke verhoging en wettelijke rente vorderen. Uit de jurisprudentie blijkt dat de rechter de wettelijke verhoging meestal matigt tot 25%.

De vertraging moet overigens zijn toe te rekenen aan de werkgever.

Wettelijke rente

Naast de wettelijke verhoging heeft de werknemer recht op de wettelijke rente. Deze rente betaalt u over het verschuldigde loon inclusief de wettelijke verhoging. Sinds 1 juli 2012 bedraagt de wettelijke rente 3%.