Wat?
Door deze wet kunnen consumenten abonnementen die stilzwijgend zijn verlengd, opzeggen met termijn van maximaal een maand. Zij kunnen dus niet meer stilzwijgend voor bv. een jaar gebonden worden.

dat in geval van een overeenkomst tot het geregeld afleveren van

  • zaken, elektriciteit daaronder begrepen en
  • dag-, nieuws- en weekbladen en tijdschriften niet daaronder begrepen, of
  • tot het geregeld doen van verrichtingen,

leidt

  • tot stilzwijgende verlenging of vernieuwing in een overeenkomst voor bepaalde duur, dan wel
  • tot een stilzwijgende voortzetting in een overeenkomst voor onbepaalde duur

zonder dat de wederpartij de bevoegdheid heeft om de voortgezette overeenkomst te allen tijde op te zeggen met een opzegtermijn van ten hoogste een maand;

Voorts kunnen consumenten opzeggen op een willekeurige dag van de maand. Zeggen zij de 7e van de maand op, dan zijn zij vanaf de 7e van de volgende maand bevrijd (omdat de overeenkomst op de 6e van die maand eindigt).

Voor wie?
Nederlandse consumenten en kleine bedrijfjes die daarmee gelijkgesteld kunnen worden (via reflexwerking). Het maakt niet uit dat het bedrijf waarmee de consument de overeenkomst heeft in het buitenland gevestigd is, dan wel buitenlands recht van toepassing heeft verklaard (6:247, lid 4 BW).

Drama bij de inwerkingtreding
Er is debat geweest over wanneer de wijzigingen precies inwerking zijn getreden.

Volgens artikel III van de Wet van Dam treedt deze inwerking op de 1e dag van de 13e kalendermaand na plaatsing in het Staatsblad. Door plaatsing in het Staatsblad van 30 november 2010 is dit dus 1 december 2011. Op wetten.nl is artikel 6:236 lid j BW ook per 1 december 2011 aangepast.

Zo hebben bedrijven ruim een jaar gehad om hun algemene voorwaarden bij te werken. Echter, uit de wetsgeschiedenis blijkt niet ondubbelzinnig dat met het jaar bedoeld is zélf het overgangsrecht te regelen. Hierdoor bestaat er een kleine kans dat het algemene overgangsrecht uit de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek van toepassing is. In artikel 191 hiervan staat dat bij bestaande overeenkomsten de algemene voorwaarden pas na een jaar na inwerkingtreding onredelijk bezwarend worden. Per 1 december 2012 dus. Iemand die de Overgangswet niet kent kan behoorlijk op het verkeerde been worden gezet wanneer deze stuit op het reeds per 1 december 2011 aangepaste artikel 6:236 BW.

Geheel los van de discussie of per 1 december 2011 of per 1 december 2012 daadwerkelijk een beroep op de nieuwe regels gedaan kan worden, is het vrijwel zeker zo dat vlak vóór dat moment een consument nog met een jaar gebonden kon worden. Op dat moment was het beding tot stilzwijgende verlening namelijk nog niet onredelijk bezwarend.

Een kantonrechter in Haarlem hanteerde een opzegtermijn van 1 maand ten aanzien van een opzegging op 6 juni 2009. (Het wetsvoorstel lag er al sinds april 2006).

Aansluitende
(kantonrecht den bosch acht verlenging overeenkomst met langer dan 1 jaar nietig. M.i. moet dit vernietigbaar zijn, maar aangezien de rechter ambtshalve moet toetsen aan consumentenrecht is het verschil marginaal)