Raad van Arbitrage voor de Bouw 9 januari 2021, No. 72.190, TBR 2021/48, m.nt. I. Naddaoui-Docter.

Opdrachtgever laat op grond van een aannemingsovereenkomst door aanneemster een nieuwbouwwoning bouwen, waarbij een cementdekvloer wordt aangebracht. Na oplevering laat opdrachtgever door een tegelzetter een vloerverwarmingsleidingen aanbrengen, waarna natuurstenen tegels geplaatst worden. Hierna ontstaan scheuren in de vloer.

In eerste aanleg wordt in arbitrage geoordeeld dat aanneemster haar waarschuwingsplicht heeft geschonden door er niet op te wijzen dat de cementdekvloer niet geschikt zou zijn voor het erin aanbrengen van vloerverwarming en het erop aanbrengen van een natuurstenen vloer.

In appel oordelen de arbiters anders. Na het uiteenzetten wat volgens hen de oorzaak is van de scheuren, wordt overwogen dat het aan de tegelzetter was om de scheuren te voorkomen. De opbouw van de vloer was bij de tegelzetter bekend en hij had een ontkoppelingsmat in de lijmlaag kunnen plaatsen. Dit lag in casu zo voor de hand dat aanneemster ervan mocht uitgaan dat een deskundig tegelzetter de vloer op correcte wijze zou bewerken. Daarom schond aanneemster op dit punt niet haar waarschuwingsplicht.