29-1-2008
Hof Arnhem – uitspraak

Door uittreding werd de vof ontbonden:

5. De kantonrechter heeft onder 2.5 van het beroepen vonnis het volgende overwogen:

“Door de uittreding van [geïntimeerde] uit de vennootschap onder firma werd de vennootschap onder firma – gevormd door [de vennoot] en [geïntimeerde] – ontbonden. Door die ontbinding kwam echter geen einde aan de huurovereenkomst. In beginsel bleef [geïntimeerde] dan ook hoofdelijk aansprakelijk voor de uit die overeenkomst voortvloeiende schulden.”

6. Het hof onderschrijft deze overweging, waartegen overigens ook niet is gegriefd.

Uitgetreden vennoot aansprakelijk voor huurschulden na (bekend worden met) uittreding:

9. De enkele omstandigheid dat Kaystaete – na het verondersteld bekend worden met het uittreden uit de vof van [geïntimeerde] en het niet meer deelnemen aan de voorheen door die vof geëxploiteerde onderneming – niet te kennen heeft gegeven dat zij [geïntimeerde] nog steeds aansprakelijk hield voor de uit de huurovereenkomst voortvloeiende verplichtingen, is naar het oordeel van het hof volstrekt onvoldoende om aan te nemen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om [geïntimeerde] aan te spreken voor na augustus 2004 ontstane huurschulden. Daarbij moet worden bedacht dat voor afstand van recht of rechtsverwerking enkel stilzitten onvoldoende is.

Vrijwel zeker is van belang dat de vordering is ontstaan uit een reeds bestaande rechtsverhouding (lees: de huurovereenkomst). Bij het aangaan van de huurovereenkomst was de vennoot nog niet uitgetreden. Geheel ‘nieuw’ of zijn de nadien ontstane (verschuldigde) huurpenningen dus niet.