3.17 Met grief I voert [geïntimeerde] aan dat [appellant] niet in het hoger beroep kan worden ontvangen omdat het vonnis van 15 juli 2009 een tussenvonnis is. [geïntimeerde] ziet daarbij echter voorbij aan hetgeen de Hoge Raad heeft beslist in zijn arrest van 23 januari 2004 (LJN AL7051, NJ 2005, 510 Ponteecen-Stratex), namelijk dat de rechter ook nadat vonnis is gewezen, desverzocht en na de wederpartij op het verzoek te hebben gehoord, kan bepalen dat alsnog beroep tegen een tussenvonnis kan worden ingesteld, ongeacht of een daartoe strekkend verzoek aanvankelijk in de processtukken is gedaan. De grief faalt.