Burgemeester verbood 7 (van de 14) buitenlandse predikers te laten spreken en hen de toegang tot een islamitische conferentie wegens vrees voor wanordelijkheden. Eind december 2015 bleef dit besluit in kort geding overeind, maar in een bodemprocedure is het toch onderuit gegaan.

bodemzaak
30 januari 2017
Rechtbank Oost-Brabant – uitspraak

De rechtbank oordeelt dat de conferentie moet worden gezien als het recht op vergadering en betoging (artikel 9 van de Grondwet). De burgemeester was niet bevoegd om op grond van de Gemeentewet inbreuk te maken op dit Grondrecht. De burgemeester heeft daarmee op ontoelaatbare wijze inbreuk gemaakt op dat recht door te verhinderen dat de gastsprekers konden spreken op de conferentie. Dat betekent dat de burgemeester de komst van de gastsprekers niet mocht verbieden. De rechtbank komt niet toe aan de beoordeling van de andere beroepsgronden, omdat de eerste beroepsgrond ‘het ontoelaatbare inbreuk op de grondrechten van de organisator’ slaagt.

kort-geding
23 december 2015
Rechtbank Oost-Brabant (zittingsplaats Den Bosch) – kort geding – uitspraak

Bestuursrechter oordeelt dat het besluit van de burgemeester om 7 van de 14 gastprekers niet te laten preken en hen de toegang tot de moskee te ontzeggen in kort geding niet onderuit gaat.

Bij een vernietiging zou de eventuele verstoring onomkeerbaar zijn, terwijl de predikers volgend jaar opnieuw kunnen worden uitgenodigd.